VakEffect - Meten in de praktijk

Als vaktherapeut weet je natuurlijk als geen ander dat vaktherapie werkt. Binnen bijvoorbeeld de ggz, PAAZ en revalidatiecentra levert vaktherapie een gewaardeerde bijdrage aan de behandeling. Ook vrijgevestigde vaktherapeuten hebben veel tevreden cliënten. Het effect van vaktherapie willen we meetbaar maken. Met VakEffect starten we met het consequent meten van de resultaten van de therapie voor je cliënten. Door dit als vaktherapeuten allemaal op dezelfde manier te doen, verzamelen we vergelijkbare data die we vervolgens ook kunnen gebruiken voor onderzoek naar de werking van vaktherapie in het algemeen. Dit is bijvoorbeeld belangrijk richting zorgverzekeraars en gemeenten. 

Als individuele vaktherapeut kun je door mee te doen zien of jouw cliënt vooruit gaat of niet. Zo kun je de behandeling nog beter toespitsen op de cliënt. Ook kun je zien of een bepaalde behandelmodule, behandelpad of interventie werkt. De vragenlijst geeft je een goede en objectieve meetlat om de vooruitgang van je cliënt te volgen. We doen dit door voor en na de behandeling te meten. Het kan zijn dat je cliënt zelf niet doorheeft dat er flinke vooruitgang is terwijl dit wel uit de meting blijkt. Andersom kan het zijn dat je als therapeut en cliënt vindt dat de behandeling zinvol is, maar dat de klachten nog niet veel verminderen. In zo'n geval kun je met de cliënt beslissen of je de behandeling bijstelt.

Het is bij deze dataverzameling van belang om de meting allemaal op dezelfde manier te doen: hiermee worden de resultaten vergelijkbaar. We werken daarom ook met een gevalideerde (bewezen en erkende) vragenlijst, de SQ-48. Deze is gericht op volwassenen. Later volgt een vragenlijst gericht op jeugd. Zo krijg je als therapeut inzicht in individuele cliënten en als onderzoeker in de werking van vaktherapie op een bepaalde groep cliënten. Iedereen kan zo bijdragen. Doe jij ook mee?

Naar VakEffect